Van honingbij tot hagelslag.jpg

Van honingbij tot hagelslag

Het is iets waar we nauwelijks bij stilstaan, met kant-en-klaar producten in overvloed, maar een groot deel van ons voedsel kun je zó van een boom of struik plukken. Ook de grondstoffen van producten die wij dagelijks gebruiken, zoals chocola, kaneel en vanille, komen uit de natuur. Wist je bijvoorbeeld dat kaneel van de bast van een kaneelboom komt? 

Van honingbij tot hagelslag laat in woord en beeld zien wat de oorsprong is van ons dagelijks voedsel, namelijk: de plant. Van zaadje tot kiem, via stengel en blad naar uiteindelijk een bloeiende en vruchtdragende plant. Maar ook de wortels, knollen en bollen worden niet vergeten en de cyclus is weer rond als we vervolgens weer de grond induiken voor de schimmels.

Ontstaan

 

In 2010 liep Marieke van Ditshuizen door het oerwoud in Indonesië. Daar zag ze hoe chocola groeit, hoe cacao in grote rode peulen aan een iel boompje groeide. En deze boom stond tussen een heleboel andere planten en bomen waar voedsel aan groeit dat wij dagelijks gebruiken, zoals vanille, koffie, sesamzaad, kaneel en bananen. Dat vond ze zo bijzonder, dat ze er sindsdien een boek over wilde maken.

Ze vroeg Joël Broekaert of hij het boek wilde schrijven, want schrijven is heel iets anders dan tekenen. En Joël schrijft graag over eten, als culinair journalist, restaurantrecensent en programmamaker. Hij wilde altijd nog eens een boek maken over hoe planten groeien en al het lekkers dat van planten komt.

Van honingbij tot hagelslag gaat over alle onderdelen van de plant, maar ook over kleuren. Als je dit bij elkaar optelt, krijg je als het ware een ‘kleurenkalender’ van de plant. De kalender begint bij het slapende zaadje in een winterwit januari. Bij de geboorte van het plantje krijgen de pagina’s wat kleur. De plant groeit en de kleuren groeien mee. Van de felle kleuren van bloemen en fruit tot het bruin van de herfst en tot slot het zwart van de stervende plant die in de donkere dagen zorgt voor vruchtbare aarde waarin weer een zaadje kan ontkiemen.

Wat extra bijzonder is, is dat dit boek met maar drie kleuren gemaakt is. Wist je dat je met knalroze, citroengeel en felblauw alle kleuren van de hele wereld kunt maken? Bij elke tekening schilderde Marieke de drie kleuren steeds op een apart vel en door die daarna in de computer over elkaar te leggen, kon ze de kleuren mengen. Kijk maar eens goed naar de illustraties. Zie je de drie verschillende kleuren?

Vorige
Vorige

Het niet-zo-lieve-heersbeestje

Volgende
Volgende

Het mooiste van Annie M.G. Schmidt